Makkum


Makkum wordt wel de twaalfde stad van Friesland genoemd. Helaas heeft het echter de stadstatus nooit formeel ontvangen. (Hieronder meer hierover). Maar Makkum heeft niet geleden onder het niet hebben van een stadstatus. Het lag strategisch aan de Zuiderzee, nu het IJsselmeer, en heeft deze positie ruimschoots benut. Makkum heeft zich tot een belangrijke havenplaats ontwikkeld. Tegenwoordig veelvuldig gebruikt als thuishaven voor schepen van de Bruine vloot.

Makkumer aardewerk is ook een naam met faam. Gemaakt door de Koninklijke Tichelaar. Volgens de website is dit het oudste bedrijf in Nederland (1572) en wereldwijd een begrip op het gebied van keramiek en glazuren. Het is spijtig dat de fabriek van Tichelaar geen bezoekerscentrum of museum heeft. Daar zouden veel mensen warm voor lopen. Alhoewel, loop eens binnen bij café Restaurant de Prins. Je weet niet wat je ziet. De muren in de authentieke gelagkamer zijn voorzien van eeuwenoude tegeltableau's die in een museum zeker niet zouden misstaan.

"Feadship" is een andere naam die in Makkum groot op een gevel prijkt. Het is de gevel van de scheepswerf waar megajachten worden gebouwd en onderhouden. Soms heb je mazzel en ligt er eentje buiten de hal te wachten op onderhoud of de eigenaar.

Uniek aan Makkum is het feit dat het een heuse strandboulevard heeft genaamd de Holle Poarte. Zeer populair bij toeristen van verschillende nationaliteiten. Je hebt er terrassen, restaurants, zeilscholen, speeltoestellen voor de kinderen, een pier en noem maar op. En, ik zou het bijna vergeten, de beste Nacho schotel van Friesland.

Kortom, bij een verblijf in Friesland is een bezoek aan Makkum een gegarandeerd goede tijdsbesteding.


Makkum heeft van alle Friese dorpen die bijna stad zijn geworden de meest stedelijke allure. De geschiedenis heeft Makkum onrecht gedaan. Het begon bij de kerkterp in het noorden, iets zuidelijker groeide een nederzetting bij een sluis: Statum. Later is er ook zuidelijker een sluis gekomen, het gebied bij de Grote Zijlroede met de Voorstraat en Vallaat als waterfronten met veel voorname bebouwing.

Aan de deels gedempte Markt staat het hoge waaggebouw, de trots van de bedrijvige plaats. Makkum heeft als geen ander dorp in Friesland een stedelijke structuur, maar bovendien een daarbij horende gedifferentieerde maatschappelijke samenstelling en economische opbouw. Makkum komt omstreeks 1000 voor het eerst in de bronnen voor. Het heet dan Maggenheim. In de lijst van Friese parochies uit 1270 staat Makkum vermeld als Mackingum. In 1379 luidt de naam Macking-he.

Makkum is begonnen als een boerendorp op een terp. Die vinden we nu in het noorden, bij de huidige Tsjerkebuorren. Veel zuidelijker, op de plek waar de Grote Zijlroede uitmondde in de Zuiderzee, groeide een flinke handelsnederzetting. Na verloop van tijd verenigde dit zich met Statum en het oorspronkelijke terpdorp tot het huidige Makkum. Twee vaarwegen zijn beslissend geweest voor de groei en bloei van de kustplaats. De Grote Zijlroede die nabij de kust in twee armen uiteen vorkte, waardoor er veel kaderuimte kon worden geschapen en de zuidelijker stromende Kleine Zijlroede. De Grote Zijlroede verbond Makkum met het achterland van het westen van Friesland, vooral met Bolsward. In de zuidelijke monding van de Grote Zijlroede werd in de 13de eeuw al een zijl gebouwd, een sluis (vandaar zijlroede en niet zeilroede). De schutsluis was belangrijk voor het verkeer over water. Het was bovendien een spuisluis om het overtollige water uit het achterland te kunnen spuien.

Geleidelijk werd het belang van de haven bij de monding van de Grote Zijlroede groter. Bolswarder kooplieden kozen voor de verbinding over Makkum en gebruikten de haven voor hun handel op landen rond de Noordzee en Scandinavië. Vanaf de 17de eeuw raakten de kades aan de Grote Zijlroede bebouwd met herenhuizen en representatieve pakhuizen. Meer landinwaarts kwamen de bedrijven: een tichelwerk of steenbakkerij, een pottenbakker, een glasblazerij, een papierfabriek, tientallen kalkbranderijen en scheepstimmerbedrijven en een hele reeks industriemolens.

Nadat Makkum in de loop van de 17de eeuw verschillende steden in de Zuidwesthoek al voorbij was gestreefd, verrees in 1698 het waaggebouw. Het hoge, torenvormige bouwwerk domineert de kern van de plaats. De zelfbewuste Makkumer burgerij heeft in de Waag representatie en decorum uitgedrukt, zoals dat in verschillende steden bij de stadhuizen gebeurde. Bij de Waag werden de week- en jaarmarkten gehouden: boter, vlees en kaas werden er gekeurd en gewogen. Op de kaden van de afgedamde noordelijke arm van de Grote Zijlroede kwam een goederenmarkt tot ontwikkeling voor de handel in agrarische producten.

Makkum is bekend door zijn aardewerk. De Koninklijke Aardewerkfabriek van de familie Tichelaar is het oudste nog bestaande industriële bedrijf in Nederland. De productie van dit aardewerk dateert al uit de 16de eeuw. De beroepsvisserij heeft zijn glans verloren, al is Makkum nog altijd thuishaven van een kleine vissersvloot. In de buitenhaven liggen nog ongeveer tien kotters.

Door de Makkumerwaard is een geul gegraven waardoor de haven beter te bereiken was. Buiten het tracé van de dijk kon zo bedrijvigheid komen. Scheepswerf Amels bouwde er een gigantische scheepsbouwhal die nu het silhouet bepaalt. Door al deze ontwikkelingen is Makkum geleidelijk gegroeid, aanvankelijk tussen en nabij de oude kernen, na de oorlog aan de oostzijde en de laatste tientallen jaren vooral in het noorden.

Makkum is al lang een aantrekkelijke plaats voor de waterrecreatie. De sluis wordt nu bijna uitsluitend door de recreatievaart gebruikt. Bovendien heeft zich de laatste tientallen jaren op de Makkumer Zuidwaard kustrecreatie van een heel eigen sfeer ontwikkeld, met een heuse boulevard met een pretpier in zee. De Makkumer Noordwaard is natuurreservaat.

Locatie

Makkum

Colofon

Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter KarstkarelFYP: Gemeente Sudwest Fryslân

© Tekst: Bauke Folkertsma © Foto voorblad: Bauke Folkertsma
Lees meer